Gebruik een grillmandje, skillet of gietijzeren plaat om kleine of zachte groenten makkelijk te bereiden. Snijd groenten in gelijke stukken, zodat alles tegelijk gaar wordt. Olie helpt tegen uitdrogen, maar gebruik niet te veel om vlammen te voorkomen. Voor een rooksmaak kun je mild rookhout zoals appel of kersen toevoegen. Grote of stevige groenten kun je eerst kort voorkoken of indirect garen. Paprika: Snijd in brede repen, besprenkel met olie en grill direct boven het vuur. Courgette: Snijd in plakken van een halve centimeter. Kort grillen op hoog vuur. Bloemkool: Snijd in dikke plakken of roosjes. Eerst indirect garen op 180 °C, daarna kort boven het vuur om te bruinen. Asperges: Grill direct op een hete plancha of rooster. Draai regelmatig. Champignons: Doe in een skillet of grillmand met olie en knoflook. Laat ze bakken tot ze zacht en goudbruin zijn. Zorg ervoor dat je grill goed heet is en bestrijk je groenten licht met olie om plakken te voorkomen.