Perry zegt: “In tegenstelling tot een stamppot is een aardappelpuree fluweelzacht.
Om dit voor elkaar te boksen adviseert hij een pureeknijper of een passe vite te gebruiken.
“En heel, heel, veel boter.”
Bij te weinig boter ga je de mist in en verpest je je puree.
Zijn gouden tip om de puree echt goed op smaak te brengen is versgemalen nootmuskaat.
Hij maakt aardappelpuree met Franse Ratte-aardappelen.
Hij kookt ze in de schil, pelt ze en activeert het zetmeel waarmee de aardappelpuree bindt.
Meteen afgieten en droog laten doorgaren.
De aardappel heeft een perfecte garing wanneer er een kruimlaag op ontstaat, dan is-ie klaar om gestampt te worden.
Hier voegt hij veel boter (eenvijfde) en een beetje melk, zout en peper aan toe.
De melk moet warm zijn en zorgt ervoor dat de aardappelpuree niet gaat schiften en de vochtverhouding bewaard blijft.
Gebruik ook niet te veel boter tegelijk om schift tegen te gaan.
Zeef de aardappelpuree en zorg ervoor dat-ie niet te luchtig wordt.
De structuur hoort als die van pasta te zijn.
Dit bereik je door ‘m met een pannenlikker te roeren, dan wordt de aardappelpuree zacht.