Een van de grootste voordelen van vegetarisch eten is de vermindering van de ecologische voetafdruk. 
Vleesproductie is namelijk zeer belastend voor het milieu. 
Vegetarisch eten vermindert dus niet alleen de vraag naar dierlijke producten, maar helpt ook om het gebruik van water, land en energie terug te dringen. 
Het productieproces van plantaardige voeding, zoals groenten, peulvruchten en granen, verbruikt doorgaans minder water en energie en heeft een veel lagere CO₂-uitstoot. 
Zo kan een volledig vegetarisch dieet je voedselgerelateerde CO₂-uitstoot tot maar liefst 50% verminderen. 
Deze besparingen maken vegetarisch eten een van de meest effectieve stappen die een individu kan nemen om de klimaatverandering te helpen tegengaan. 
Onderzoek van de Oxford University laat zien dat wanneer iedereen vegetarisch zou eten, de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen met 63% zou dalen. 
Daarnaast zou de vraag naar land drastisch afnemen, omdat er veel minder landbouwgrond nodig is voor de productie van plantaardige voeding dan voor vleesproductie. 
Bovendien bespaart een vegetarische levensstijl een aanzienlijke hoeveelheid water. 
Als je bijvoorbeeld een jaar lang geen rundvlees eet, bespaar je tot 625.000 liter water. 
Ook de vraag naar soja zou aanzienlijk verminderen. 
Door minder vlees te consumeren, zou er dus minder soja nodig zijn, wat indirect helpt bij het behoud van ecosystemen zoals het Amazone-regenwoud, waar veel sojaproductie plaatsvindt.