Gebruik producten met een goede vetzuursamenstelling.
Vervang deze producten zoveel mogelijk door producten met onverzadigd vet of gebruik magere varianten:
Bak met olie of margarine: maximaal 1 eetlepel vetstof per persoon voor warme maaltijden.
Smeer zuinig minarine of margarine op brood.
Eet mager vlees: 100 gram per dag.
Vervang vlees 2 keer per week door vis.
Kies voor mager broodbeleg en magere of halfvolle melkproducten.
Eet twee keer per week 100 gram vis, bij voorkeur vette vis zoals zalm, haring, makreel, forel en sardines.
Gebruik koolzaadolie, arachideolie, olijfolie, lijnzaadolie, sojaolie of walnotenolie.
Eet regelmatig ongezouten noten (zo'n 15 gram per dag).
Beperk eieren tot 3 stuks per week.
Eet maximaal eenmaal om de twee weken orgaanvlees.
Eet ze maximaal één keer per week.
Kies voor magere melkproducten en mager runds- en lamsvlees.
Beperk je consumptie van industriële bakkerijproducten en gefrituurde bereidingen.
Gebruik geen harde bak- en braadmargarines.